Boven deze blog staat: Draadjes verbinden. Ik ben een verwoed handwerkster. Ik brei en haak met alle draadjes die op mijn pad komen. Een paar jaar geleden ben ik vanwege mijn gezondheid afgekeurd. Toen heb ik besloten dat ik ook kon gaan handwerken voor anderen. Ik noemde mijn initiatief ‘Draadjes verbinden’.
Op het moment dat ik dit stuk schrijf, ben ik een stuk verder dan destijds. Ik heb het verlies van werk en maatschappelijke status een plek gegeven, en ik zet me in voor de Vereniging voor Ichthyosis Netwerken. Ook dat is voor mij ‘Draadjes verbinden’: ik maak me hard voor verbinding tussen mensen met ichthyosis, voor verbinding tussen patiënt en arts, voor verbinding met de maatschappij die de aandoening niet kent. Met mijn pen en met mijn praatjes. De vereniging heeft meer dan 140 leden binnen twee jaar, ik schrijf artikelen en ik vertel over ichthyosis, zelfs op tv.
Maar vorige week kwam ik een oude foto van mezelf tegen. Een klein meisje met een brilletje en piekharen, alsof ik het zelf geknipt had. Ik schat mijzelf hier een jaar of zes. Mijn eerste reactie was boosheid – boosheid op dat kleine ding. Ik was boos, omdat ik mezelf lelijk vond. Ik realiseerde me dat deze boosheid oud zeer vertegenwoordigd. Ik werd als kind erg gepest met mijn aandoening. Kinderen noemden me lelijk en vies. Dat pesten duurde jaren.
En was ik boos op mijzelf als kind? In eerste instantie stuurde ik een aantal vrienden deze foto door, met als opmerking: ‘Lelijk, hè?’ Maar ik kreeg helemaal geen bevestiging dat het lelijk was… Ik was de enige die dat vond.
Dat leert me dat ik mijn eigen interne Draadjes hoognodig moet Verbinden. Ik was zelf dat kleine meisje.
Ik vind mezelf nu een leuk mens, maar dat was ik toen ook. Ik mag best houden van mini-me. De haat komt van buiten, dat moet ik niet binnen laten. Ik ben het waard om mezelf in alle fasen van mijn leven te waarderen, dat draag ik immers ook uit naar anderen.
Toen Karin negen was, schreef haar leerkracht het gedicht Duif in haar poëziealbum. Door klasgenoten bedreigd en geslagen, was ze net hersteld van lichamelijk letsel .
‘Maar kijk, ineens, daar vloog ze weer
Maar vreselijk, niemand kende haar meer
Zorg dat het jou niet zo vergaat
En laat jezelf weer zien op straat’.
Dit oud zeer is nu geen werkelijkheid meer, en langzaam deukt Karin uit. Om zich in te zetten voor het verbinden van mensen met een huidaandoening. Om gezien te worden!
Dit verhaal stond in Cutis Cura, april 2018.
Mijn passie is Draadjes verbinden. Van jou naar mij, van jou naar anderen en dus ook van mij naar mij. Dat als eerste. Anders kan het andere ook niet.
Stichting Huidhuis wordt gerund door vrijwilligers en is afhankelijk van giften en donaties. Zonder uw bijdrage kan Huidhuis niet voortbestaan.