Vreemd toch, dat we verpleegkunde geen roeping willen noemen. ’Roeping’ klinkt misschien ook wat religieus. Alsof we ons leven willen opofferen voor ons beroep. Zover gaat het natuurlijk niet. Maar wat ons drijft, wat ons hart voor de zorg zo warm maakt én houdt, dat is wel bijzonder.
Ik switch hier zo van mijn eigen persoon (enkelvoud) naar het meervoud. Dat komt ook doordat ik weet dat ik niet de enige ben die er zo over denkt. Ik weet veel collega’s naast me.
Sinds ik de overstap naar de thuiszorg heb gemaakt, ervaar ik de gedrevenheid van de thuiszorgverpleegkundige in alle hevigheid. Altijd bereid om een stapje extra te doen, een minuutje meer tijd te besteden aan de cliënt (want zo heet de patiënt in de thuissituatie), geen probleem om extra langs te komen of een kilometertje óm te rijden. Ik ben zo trots deel uit te maken van deze beroepsgroep!
Recentelijk schreef longarts Sander de Hosson een ode aan verpleegkundigen . Wat is het goed om een positief stuk te lezen in een tijd dat er veel negatieve berichten over de zorg in de media staan. En niet alleen omdat zijn tekst positief is, maar ook omdat die ons een blik gunt op de realiteit van de zorg.
De realiteit? Neem bijvoorbeeld meneer L. Hij moet hemel en aarde bewegen om een verwijsbrief van de huisarts te krijgen, zodat ik (verpleegkundig specialist) hem thuis kan bezoeken. Hij heeft een zieke vrouw thuis en kan moeilijk naar het ziekenhuis, en daarvoor hebben wij een nieuwe dienst bedacht. Omdat het nieuw is, en dus onbekend, duurt het enkele dagen voordat het lukt. Maar het lukte!
Bij de binnenkomst geef ik hem een hand.
Brrr, koud, zegt hij.
Maar mijn hart is warm, is mijn standaardreactie.
We worden dagelijks geconfronteerd met regels en administratie, terwijl we het liefst doen waar we goed in zijn: zorg verlenen. En toch klagen we nauwelijks. De witte woede van de jaren ’80 ligt ver achter ons, en sindsdien hebben we niet meer massaal gereageerd op alles wat ons ‘overkomt’ in de zorg. We zijn geen schreeuwers. En we komen liever voor onze cliënten en patiënten op dan voor onszelf.
Noem het hart hebben voor je vak, noem het desnoods een roeping.
Onze handen kunnen koud zijn, maar ons hart is warm: warm om voor onze cliënten met zorgen te zorgen.
Stichting Huidhuis wordt gerund door vrijwilligers en is afhankelijk van giften en donaties. Zonder uw bijdrage kan Huidhuis niet voortbestaan.