Wratten zijn bloemkoolachtige plekken die overal op het lichaam kunnen zitten. Meestal zitten ze echter op de handen of de voeten.
De medische naam voor wrat is verruca. ‘Gewone’ wratten zijn verruca vulgaris en deze komen het meest voor. Wratten op de voet heten verruca plantaris en rond de nagels zijn periunguale wratten.
Veel mensen hebben wratten of hebben een wrat gehad, vooral kinderen en jongvolwassenen. Bij bepaalde beroepen is het risico op wratten verhoogd, bijvoorbeeld bij het werken met gevogelte of vis. Wratten zijn besmettelijk.
Het is mogelijk dat je je door het hebben van een wrat of meerdere wratten niet lekker in je vel voelt. Wanneer het zichtbaar is voor anderen, kun je daar opmerkingen over krijgen.
Je kunt je boos of somber voelen door ongemakken van een huidafwijking. Soms schamen mensen zich voor hun aandoening. Door deze schaamte en onzekerheid gaat de kwaliteit van leven omlaag. Er zijn veel overeenkomsten tussen huidklachten en psychosociale problemen.
Als je je niet lekker in je vel voelt, probeer daar dan met anderen over te praten. Dit kan met mensen in de omgeving, maar ook met een psycholoog. Het kan soms ook helpen de mensen in de omgeving uit te leggen wat het is, zodat ze er meer begrip voor hebben.
Een psycholoog kan uitkomst bieden bij de psychologische problemen die mensen met een huidaandoening ondervinden. Psychologen behandelen je om beter te worden of helpen je bij je ontwikkeling. Zo leer je om te gaan met je klachten en het accepteren van je huidprobleem. Een psycholoog praat over de sociale problemen als gevolg van de zichtbaarheid van acne en zal samen met jou proberen de schaamte en angst weg te nemen.
Benieuwd naar wat een psycholoog precies doet en of hij/zij iets voor jou kan betekenen? Lees meer in ons thema over de psycholoog.
Wratten worden veroorzaakt door een infecte met een virus, het humaan papillomavirus (HPV). Nadat je besmet bent geweest met dit virus bouw je immuniteit op. Hierdoor komt het bijna niet voor bij volwassenen.
Er zijn wel 150 soorten humaan papillomavirussen en bepaalde soorten veroorzaken wratten op specifieke plekken. Zo veroorzaakt HPV 1 de verruca plantaris, wratten op de voeten.
Besmetting vindt plaats door huid-huid contact bij een kapotte huid. Of door contact met een voorwerp waar HPV op zit. Er kan ook HPV op de onbeschadigde huid zitten, zonder dat het klachten geeft.
Na besmetting duurt het ongeveer twee tot zes maanden, totdat de wrat ontstaat. Dit kan ook langer zijn, soms langer dan een jaar.
Wratten zijn vaak ruwe ‘bloemkoolachtige’ bultjes. Vaak zit er in het midden een zwart puntje (puntbloedinkjes). De huidlijnen van de omliggende huid lopen net door in de wrat.
Er zijn verschillende vormen van wratten, zoals de gewone wrat, de platte wrat, mozaïekwrat, draadvormige wrat en doornwrat.
De gewone wrat is huidkleurig en vlak of half bolvormig. De hoornlaag is toegenomen en daardoor bloemkoolachtig (hyperkeratotisch). Ze kunnen een grootte hebben van kleiner dan een millimeter tot groter dan een centimeter. Als meerdere wratten samenkomen, ontstaat er een grotere plek (plaque). Ze zitten meestal op de vingers, de handruggen, de ellebogen en de knieën.
De platte wrat is een huidkleurige, geelbruine of roze licht verheven vlak bultje en komt vooral bij kinderen voor. Het komt met name voor in het gezicht.
De verruca plantaris komt voor op de voetzolen en dit kan een doornwrat of mozaïekwrat zijn. Mozaïekwratten bestaan uit samengevoegde voetwratten en zijn heel moeilijk te behandelen. Het is een soort plakkaat van geclusterde voetwratten. Voetwratten kunnen pijnlijk zijn.
De periunguale wrat zit rond de nagels. Het komt met name voor bij mensen die veel op hun nagels bijten.
Draadvormige wratten komen meer voor in de nek en in het gezicht. Dit zijn wratjes met een steel.
Bij bepaalde aandoeningen, zoals bij constitutioneel eczeem of AIDS, kan een wrat relatief erger en minder makkelijk weg te krijgen zijn.
Als je twijfelt of je een wrat hebt, klachten hebt of als de zelf gestarte behandeling niet werkt, zou je de huisarts kunnen raadplegen. De huisarts kan vertellen of je daadwerkelijk een wrat hebt en kan adviezen geven.
Ook kan je huisarts middelen voorschrijven of een behandeling met stikstof starten.
Zo nodig kun je worden verwezen naar een dermatoloog. Bijvoorbeeld wanneer de huisarts niet zeker weet of het een wrat is, wanneer de behandelingen die zijn geprobeerd niet werken, of als je immuunsysteem niet goed werkt.
De kans op wratten aan de voeten kunt u verkleinen door niet op blote voeten te lopen in bijvoorbeeld zwembaden of sportruimtes. Probeer niet teveel aan de wrat te prutsen, hierdoor kunnen er meer wratten ontstaan.
Er zijn producten op de markt tegen wratten, deze bevatten bijvoorbeeld salicylzuur. Behandeling met salicylzuur gaat als volgt. Als het mogelijk is moet u de wrat van tevoren 5 minuten in water weken. Na goed afdrogen is het geadviseerd de omliggende huid te beschermen met een zalf, bijvoorbeeld vaseline. Dit wordt dus om de wrat heen gesmeerd en niet erop.
Salicylzuur moet 1 keer per dag op de wrat worden gedruppeld, meestal is 1 tot 2 druppels voldoende. De druppels moeten goed opdrogen. Bij grote wratten of een wrat op de voet is het advies het met een pleister af te dekken nadat de salicylzuur is opgedroogd. De wrat kan tussendoor ook worden geschuurd met bijvoorbeeld een puimsteen.
Wratten zijn besmettelijk, maar het risico om ze door te geven aan anderen is laag. Daar heb je intensief huid-op-huid contact voor nodig. Je hebt meer risico op besmetting als je huid beschadigd is, of als die nat en verweekt (gemacereerd) is, en in contact komt met ruw oppervlak. Bijvoorbeeld in zwembaden en gemeenschappelijke douches.
Je kunt het wrattenvirus ook verspreiden naar andere delen van je lichaam. Zo kunnen wratten zich verspreiden rond de nagels, lippen, en de omliggende huid als je op je nagels of omringende delen bijt. Als je een slecht werkend immuunsysteem hebt, kun je veel wratten ontwikkelen die moeilijk te verwijderen zijn. (Bijvoorbeeld als je aids hebt, chemotherapie ondergaat, etc.)
De kans op het doorgeven van wratten aan anderen te verminderen de volgende tips:
Ter voorkoming van verspreiding naar andere delen van je lichaam:
Het is vaak goed te zien dat het een wrat is. Er kan nog een stukje huid worden afgeschraapt waardoor puntbloedinkjes tevoorschijn komen, dit past ook bij een wrat. Zo lijkt een eksteroog op de voet bijvoorbeeld soms op een wrat, dan is het nodig wat te schrapen. Het is zelden nodig een huidbiopt te nemen.
Vaak is behandeling niet nodig, omdat bij de meesten (2/3 van de gevallen) de wrat binnen 2 jaar vanzelf weggaat. Wratten kunnen wel weer terugkomen.
Bespreek de behandeling met uw arts als de wratten klachten (bijvoorbeeld pijn) geven of als ze cosmetisch storen. Er zijn dan verschillende manieren om te behandelen. Alle behandelopties hebben tot doel de huid waar het virus zit (ter plaatse van de wrat) weg te halen.
Het type behandeling dat gekozen wordt is afhankelijk van een aantal factoren: het type wrat, de mate van klachten, de wil van de patiënt, de locatie van de wrat en of het immuunsysteem goed werkt. Het doel van de behandeling is meestal het gedeelte van de huid kapot te maken waar het virus leeft en de omliggende huid intact te laten. Wanneer er nog huid met virus overblijft, kan de wrat terugkomen.
De behandeling kan weken tot maanden duren, het is belangrijk geduldig te zijn en de behandeling af te maken. Er kan ook voor een andere behandeling gekozen worden wanneer de wrat niet reageert op de behandeling. De behandelingen bestaan uit salicylzuur of stikstof (bevriezen, cryotherapie), immunotherapie (zoals imiquimod) of operatief (zoals ‘schaven’, ook wel shave excisie genoemd).
Salicylzuur verweekt de opperhuid, dat is de bovenste laag van de huid. Dit wordt 1 keer per dag op de wrat gedruppeld, meestal zo’n 1 tot 2 druppels. Het komt ook voor in crèmes of pleisters. De huid eromheen kan beschadigd raken, dus het is belangrijk vaseline of een andere vette zalf op de omliggende huid te smeren. Als er toch een druppel op de normale huid komt, moet dit worden afgeveegd en gewassen met water en zeep. Na het opbrengen van de salicylzuur kan de huid gaan jeuken en branden. Pas ook op, want salicylzuur is brandbaar. Er is ook een mengel van salicylzuur met melkzuur. Melkzuur werkt etsend, hierdoor wordt het oppervlak aangetast. Een ander middel combineert salicylzuur met ditranol. Ditranol remt celgroei en celvermeerdering. Ditranol kan wel heel irriterend zijn, dit is een nadeel van deze behandeling. Het is ook niet bewezen effectiever om deze middelen te combineren in plaats van salicylzuur alleen.
Monochloorazijnzuur en trichloorazijnzuur kunnen ook als behandeling worden gebruikt. Het beschadigt de wrat door een ontstekingsproces op gang te helpen. De huidcellen die het virus hebben worden op deze manier kapot gemaakt. Deze middelen worden alleen op de aangedane huid aangebracht, omdat het de gezonde huid ook kan aantasten. Zoals bij salicylzuur is het daardoor beter om zalf rond de wrat te smeren. Bijwerkingen kunnen zijn: pijn, ontstaan van wondjes, lichtere huid en littekenvorming.
Cryotherapie is het bevriezen van de wrat en dit wordt meestal met vloeibare stikstof gedaan. Er wordt een wat gedraaid op een stokje en in vloeibare stikstof gedoopt, waarna de wrat wordt aangestipt. Soms wordt het met een speciale ‘spuitbus’ erop gespoten. Wanneer er 1 tot 2 mm rond de wrat wit wordt, is de wrat voldoende aangestipt. Door dit bevriezen ontstaat er beschadiging van de huid en worden de cellen van de wrat kapot gemaakt. Er ontstaat ook een blaar onder de wrat. Deze blaar kan ernstig zijn. Als deze blaar indroogt, laat de blaar los met de wrat erin. Deze behandeling wordt meerdere keren herhaald met 2 tot 3 weken ertussen. Bevriezen kan worden gecombineerd met salicylzuur. Complicaties kunnen zijn: pijn, een lichtere of donkere huid of blaarvorming.
Het afplakken met duct tape wordt soms ook gebruikt om een wrat te behandelen. Het effect van duct tape is wisselend, maar het kan worden geprobeerd als bijvoorbeeld een behandeling met salicylzuur of bevriezen niet mogelijk is. Het wordt vaak niet als eerste of enige behandeling toegepast.
Imiquimod is een middel dat invloed heeft op het immuunsysteem door het stimuleren van bepaalde immuun eiwitten (cytokines). Het is effectief tegen virussen. Het wordt aangebracht als een dun laagje crème. Het is belangrijk om voor en na het aanbrengen van de crème de handen goed te wassen. Bijwerkingen kunnen onder andere zijn: jeuk en pijn, irritatie, branderigheid, hoofdpijn, vermoeidheid, infecties, spierpijn en misselijkheid.
Soms wordt ervoor gekozen de wrat operatief te behandelen, door te ‘schaven’ (shaving). Ook kan het worden uitgelepelt of weggesneden. Operatief behandelen van een wrat wordt niet vaak gedaan, omdat er een risico is op littekens.
Wanneer de gebruikelijke behandelingen niet hebben gewerkt, worden de volgende behandelingen soms ingezet.
Er zijn verschillende soorten laserapparaten. Bij (hardnekkige) wratten worden met name de carbon dioxide laser of de pulsed dye laser gebruikt. De laser beschadigd de wrat.
Het middel Bleomycine remt de groei van cellen. Het zorgt voor een ontsteking en dit zorgt er misschien voor dat het immuunsysteem op de wrat reageert. Het wordt op de wrat gesmeerd of ingespoten in de wrat. Dit middel valt onder chemotherapie (het is een “Oncolytisch antibioticum”).
Het middel Difencypron zorgt voor een allergische reactie. Het toedienen van dit middel moet regelmatig gebeuren en in oplopende concentratie, totdat een contact allergische reactie ontstaat.
Er zijn weinig studies over fotodynamische therapie bij wratten. Er wordt eerst een crème opgesmeerd waar een fotoactieve stof in zit. De wrat neemt deze stof op en door met een speciale lichtbron de wrat te belichten beschadigt het de cellen.
Stichting Huidhuis wordt gerund door vrijwilligers en is afhankelijk van giften en donaties. Zonder uw bijdrage kan Huidhuis niet voortbestaan.