Bij necrobiosis lipoidica (NL) ontstaat een rood-bruine tot bruin-gele vlek (of vlekken), meestal op de onderbenen. De aandoening begint met een vlekje van 1 à 2 millimeter, dat vervolgens langzaam groter wordt tot circa 5 centimeter. De huid is daar dunner. Meestal zijn er ook verwijde bloedvaatjes (teleangiectasieën) te zien.
Deze onschuldige huidaandoening is niet besmettelijk. De vlekken geven meestal weinig klachten, maar soms is de huid daar minder gevoelig of zelfs gevoelloos. Wel kan de huid daar gemakkelijk kapot gaan, waadoor er wondjes en zweren ontstaan. Deze kunnen pijnlijk zijn en genezen moeizaam.
NL is langer bestaand (chronisch) en verdwijnt zelden vanzelf. Het komt op alle leeftijden voor, maar gemiddeld rond 30 jaar.
De aandoening wordt meer gezien bij vrouwen dan bij mannen (3:1) en komt vaker voor bij mensen met suikerziekte (diabetes).
Hoe NL ontstaat, is niet bekend. Duidelijk is wel dat bij deze aandoening een milde, langer durende ontsteking in de huid gaande is.
Bij NL ontstaat een rood-bruine tot bruin-gele vlek (of vlekken), meestal op de onderbenen. De aandoening begint met een vlekje van 1 à 2 millimeter, dat vervolgens langzaam groter wordt tot circa 5 centimeter. Meestal zijn er ook verwijde bloedvaatjes (teleangiectasieën) te zien.
De vlekken geven vaak weinig klachten. De huid is daar soms minder gevoelig (of zelfs gevoelloos) en dun. Daardoor kan de huid sneller beschadigd raken, bijvoorbeeld als je je stoot. Zo kunnen gemakkelijk wondjes en zweertjes ontstaan. Deze kunnen pijnlijk zijn en moeizaam genezen.
Vaak ontstaan er meerdere plekken op beide benen. Maar de plekken kunnen ook zitten op de romp, de armen, het gezicht en het behaarde hoofdhuid.
NL is langer bestaand (chronisch) en verdwijnt zelden vanzelf.
Een arts kan NL op het oog herkennen. Als er nog twijfel is, kan een huidbiopt worden afgenomen. Bij een biopt wordt de huid ter plaatse verdoofd om er een stukje uit te halen. Dit gebeurt met behulp van een soort appelboortje. Het stukje wordt daarna opgestuurd voor onderzoek onder de microscoop.
Ongeveer 11% van de mensen bij wie de diagnose NL is gesteld, heeft ook suikerziekte. Daarbovenop heeft nog eens 11% aanleg voor diabetes. Bij mensen met NL die (nog) geen suikerziekte hebben, wordt daarom geadviseerd de glucose te bepalen door de arts.
De behandeling van NL is er meestal op gericht om de ontstekingen onder de huid te onderdrukken. Behandeling met lokale ontstekingsremmende corticosteroïden crèmes en zalven zijn dan vaak de eerste keus. De crème wordt onder een afsluitende (occlusieve) pleister aangebracht om de werking ervan te bevorderen.
Corticosteroïden kunnen ook als een oplossing worden ingespoten met een injectienaald. Bij uitgebreidere vormen van NL of bij NL met wondjes, kan het slikken van corticosteroïd tabletten worden overwogen, zoals prednison.
Naast de behandeling met corticosteroïden bestaan er andere behandelingen, zoals lichttherapie en het dragen van aangemeten elastische kousen.
De wondjes en zweren die bij NL ontstaan, genezen moeilijk. Om de genezing te versnellen, kan de dermatoloog een passende behandeling opstellen.
De aangedane huid wordt geleidelijk aan dunner. Hierdoor kan de huid gemakkelijker kapot gaan. Wees daarom voorzichtig met de huid en probeer je, indien mogelijk, niet te stoten.
Stichting Huidhuis wordt gerund door vrijwilligers en is afhankelijk van giften en donaties. Zonder uw bijdrage kan Huidhuis niet voortbestaan.