Bij carotenoderma is de huid niet huidskleurig, maar geelbruin tot oranje. Deze verkleurde huid is vooral te zien op de plekken op het lichaam met een eeltlaag, zoals de handpalmen en voetzolen. Maar ook het voorhoofd en de neus kunnen oranje worden.
Deze aandoening ontstaat als je te veel bètacaroteen in je bloed hebt. Dit stofje zit in wortels en bijna alle andere gekleurde groenten en fruitsoorten. Natuurlijk zijn groenten en fruit gezond. Krijg je echter te veel bètacaroteen binnen, dan kan je huid verkleuren.
Iedereen kan last krijgen van carotenoderma, maar het wordt vooral bij kinderen en zuigelingen gezien. Niet zo vreemd, omdat in veel kant-en-klare potjes babyvoeding veelal wortels zitten en ook de borstvoeding bètacaroteen kan bevatten. Ook in moedermelk kan deze stof in hoge concentratie aanwezig zijn. Bij de kinderen verkleuren dan vooral de neus en de plooien tussen neus en mondhoeken (nasolabiaalplooien).
Deze aandoening kan geen kwaad. Toch kun je er wel van schrikken, ook omdat carotenoderma soms wordt verward met geelzucht. Wie er echter voor zorgt minder bètacaroteen tot zich te nemen, zal binnen enkele weken tot maanden vanzelf weer de normale huidskleur hebben.
Bètacaroteen wordt in het lichaam omgezet in vitamine A. Dit stofje zit vooral in wortels. Krijg je er te veel van binnen (een te hoge concentratie of een overschot), dan kan de huid oranje worden. Dit kan niet alleen kinderen treffen, maar ook volwassenen die bijvoorbeeld intensieve sapkuren of diëten volgen.
Mensen die moeite hebben om bètacaroteen in het lichaam om te zetten in vitamine A, kunnen ook last krijgen van carotenoderma. Dit komt onder meer voor bij anorexia nervosa, diabetische nefropathie (complicatie bij suikerziekte), een traagwerkende schildklier (hypothyreoidie), leverafwijkingen en zeldzame genetische enzymdefecten.
Een geelbruine tot oranje huid, die bij kinderen vooral te zien is aan de neus en mondhoeken (nasolabiaalplooien). Bij volwassenen is het vooral te zien op plekken op het lichaam met een eeltlaag, zoals de handpalmen en voetzolen. De verkleuring is ook vaak zichtbaar op plekken waar veel zweetklieren zitten. Bètacaroteen wordt namelijk uitgescheiden met het zweet. (Denk maar aan de uitdrukking ‘peentjes zweten’.)
Bij carotenoderma verkleuren het oogwit (sclera) en de slijmvliezen (ogen, mond, neus etc) niet. Als het oogwit of de slijmvliezen verkleuren, betekent dit over het algemeen dat er te veel bilirubine in het bloed circuleert. Dit wordt ook wel geelzucht genoemd.
Een arts herkent carotenoderma op het oog (klinisch beeld). De aandoening wordt echter weleens verward met geelzucht (zie hiervoor). Met bloedonderzoek kan een verhoogd gehalte bètacaroteen in het bloed worden vastgesteld.
Deze onschuldige aandoening hoeft niet te worden behandeld. Wie ervoor zorgt minder bètacaroteen tot zich te nemen, zal binnen enkele weken tot maanden vanzelf weer de normale huidskleur hebben.
Stichting Huidhuis wordt gerund door vrijwilligers en is afhankelijk van giften en donaties. Zonder uw bijdrage kan Huidhuis niet voortbestaan.